Dit jaar ben ik in het voorjaar met een vriendin naar Namibië geweest waar we een rondreis hebben gedaan. Uiteraard hebben we ook de Sossusvlei bezocht. Hier vind je de hoogste duinen van de wereld. Bij de Sossusvlei aangekomen kregen we twee keuzes. Het beklimmen van Big Daddy, de hoogste duin van 325 mtr hoog of het een na hoogste duin, Big mama? Samen met die vriendin heb ik gekozen voor Big mama.
Vol goede moed starten we aan de voet van het duin. Bij elke stap omhoog zak je iets weg in het rulle zand. Omdat we zo vroeg waren is de zon nog aan het opkomen en dat is maar goed ook. Wat een zware beklimming! Schoenen gaan uit want met je blote voeten lijkt het of je iets meer grip hebt. Ik raak steeds verder achter op die vriendin. Ze houdt in maar ik geef aan dat ze gewoon in haar eigen tempo door moet gaan. Ik volg wel. Of niet denk ik ook. Als ik hier zo halverwege stop en via de schuine kant naar beneden ren, is het ook prima. Toch?
Op adem komend geniet ik even van het geweldige uitzicht. Misschien nog een klein stukje verder. Het is echt 2 stappen omhoog en weer een stap terugzakken. Die vriendin is ondertussen op de top aangekomen denk ik want ik zie haar niet meer. Iedere keer stel ik mijzelf de vraag: Ga ik na wat gerust te hebben weer verder omhoog of zet ik de afdaling in?
Uiteindelijk bereik ik, in mijn eigen tempo, de top. Geweldig wat een uitzicht!
Iedereen volgt zijn eigen weg. Iedereen heeft zijn eigen beren op de weg. Iedereen maakt de beslissing om te stoppen of om door te gaan. Iedereen kiest zelf voor een korte of lange pauze.
Belangrijk is dat je je doel voor ogen houdt en steeds jezelf de vraag stelt: Is het doel de moeite van de reis waard?
In mijn werk ben ik daadkrachtig en probeer ik verbinding te maken met mijn gesprekspartner. Alleen als er wederzijds vertrouwen is, kun je met elkaar het gestelde doel bereiken.